De droge ingrediënten mengen: Zeef de bloem, suiker, vanillesuiker, bakpoeder en zout in een grote kom. Door te zeven verdwijnen klontjes en ontstaat een luchtigere textuur.
De eieren toevoegen: Maak een kuiltje in het midden van dit mengsel en voeg de eieren toe. Begin voorzichtig te mixen met een garde.
De melk toevoegen: Voeg de melk geleidelijk toe en klop krachtig om klontjes te voorkomen. Gebruik indien nodig een staafmixer voor een perfect glad beslag.
De gesmolten boter en chocoladeschilfers toevoegen: Voeg, zodra het beslag glad is, de gesmolten boter en chocoladeschilfers toe. Meng voorzichtig met een spatel en zorg ervoor dat het beslag niet te veel wordt gemengd.
2. De pannenkoeken bakken:
De pan verwarmen: Verhit een antiaanbakpan op middelhoog vuur. Voeg een beetje olie toe om te voorkomen dat de pannenkoeken aanbakken en veeg de overtollige olie weg met keukenpapier.
De pannenkoeken vormen: Giet een kleine pollepel beslag in de hete pan om cirkels te vormen. Doe de pan niet te vol; het is het beste om de pannenkoeken in kleine porties te bakken.
Bakken: Bak ongeveer 2 tot 3 minuten, tot er belletjes op de oppervlakte verschijnen. Keer voorzichtig om met een spatel en bak de andere kant ongeveer 1 tot 2 minuten, of tot ze goudbruin zijn.
