Er zijn veel religies die de consumptie van varkensvlees verbieden. Het vlees wordt als “onrein” en ongezond beschouwd. Is daar een reden voor? Zit er meer achter dan alleen een religieuze instructie waar we ons allemaal van bewust moeten zijn? Sterker nog, er is volop wetenschappelijk bewijs om deze hypothese te ondersteunen.

Varkens zijn van nature aaseters, wat betekent dat ze bijna alles eten, inclusief bedorven voedsel, uitwerpselen, urine, kadavers en zelfs kankergezwellen. Helaas is het spijsverteringsstelsel van een varken niet in staat om deze opgehoopte gifstoffen effectief uit het lichaam te verwijderen. Een varken kan zijn voedsel namelijk in ongeveer 4 uur volledig verteren. Dit is simpelweg niet lang genoeg om de overtollige gifstoffen die het varken heeft opgenomen, af te voeren. Deze gifstoffen worden vervolgens direct opgeslagen in de vetcellen en organen van het varken.

“Zweet als een varken” alweer? Ironisch genoeg klopt deze uitdrukking niet – varkens hebben geen zweetklieren, wat betekent dat ze overtollige gifstoffen niet via zweet kunnen afvoeren (zoals wij dat wel doen). Dit betekent dus natuurlijk dat varkensvlees veel giftiger is dan andere vleessoorten, en wanneer je het eet, krijg je deze gifstoffen binnen. Met onze huidige omgeving hoeven we ons lichaam echt niet aan nog meer gifstoffen bloot te stellen.

Volgens een onderzoek van Consumer Reports was 69% van alle geteste monsters rauw varkensvlees (ongeveer 200 monsters) besmet met een gevaarlijke bacterie genaamd Yersinia enteroclitica. Deze bacterie kan koorts, maag- en darmklachten, diarree, braken en krampen veroorzaken.

Gehakt varkensvlees bleek vaker besmet te zijn dan varkenskoteletten. Het bevat ook andere verontreinigende stoffen, waaronder een controversieel medicijn genaamd ractopamine, dat verboden is in China en Europa. De meeste bacteriën in het varkensvlees waren resistent tegen meerdere antibiotica, waardoor het behandelen van een ziekte een potentieel gevaarlijk probleem werd.