Ik had het gevoel alsof de grond onder mijn voeten verdween.
Ik had geen spaargeld; de zorg voor mijn moeder was mijn hele leven. Toch gooide mijn eigen broer me eruit met slechts een paar handtekeningen.
Een week later stond ik op de veranda, met mijn koffer aan mijn voeten, en keek toe hoe hij de sloten verving.
Op dat moment viel mijn oog op iets: een losse baksteen vlak bij de trap.
Mijn moeder verstopte er kleine dingen. Klein, maar vol betekenis.
Artyom gaf me nog een laatste spottende glimlach voordat hij de deur dichtdeed.
Maar ik glimlachte terug.
Omdat ik diep van binnen wist dat hij iets over het hoofd had gezien.
Iets belangrijks.
Een nacht vol tranen en een verborgen boodschap.
Die nacht installeerde ik me in een goedkoop motel en huilde tot mijn ogen opzwollen. Maar bij het aanbreken van de dag nam ik een besluit: ik moest dieper graven. De steen was niet toevallig gevallen. Sinds mijn kindertijd had moeder ons geleerd betekenis te vinden in de kleinste details, en soms briefjes en snuisterijen achter te laten op onverwachte plekken. Het was haar manier om te zeggen: “Het leven zit vol verrassingen, als je weet waar je moet zoeken.”
De volgende dag kwam ik thuis, wetende dat Artyom aan het werk was; hij had het over een afspraak met een klant. Voorzichtig haalde ik de steen eruit. Eronder lag een envelop, vergeeld maar goed dichtgeplakt. Mijn handen trilden toen ik hem opende.
Er lag een vel papier en een sleutel in.
