Schil de peren, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes.
Besprenkel ze met citroensap om verkleuring te voorkomen. Zet apart.
Bereid de karamel:
Smelt de kristalsuiker in een steelpannetje op middelhoog vuur zonder te roeren tot deze amberkleurig wordt.
Haal van het vuur, voeg de boter toe en meng snel.
Voeg langzaam de hete slagroom toe, onder voortdurend roeren (pas op voor spetters!).
Zet 1 minuut terug op laag vuur voor een gladde massa. Voeg naar wens een snufje fleur de sel toe. Zet apart.
Bereid de bladerdeegbodem:
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Verdeel het bladerdeeg over een met bakpapier beklede bakplaat.
Vouw de randen lichtjes om voor een decoratieve rand. Prik het midden lichtjes in met een vork.
Bestrijk de randen van het deeg met eidooier voor een mooie goudbruine kleur.
Schik de peren:
Schik de perenplakjes in een rozetpatroon op het bladerdeeg, beginnend vanuit het midden.
Voor een extra zoete touch bestrijk je de peren lichtjes met een beetje karamel.
Bakken:
Bak 20 tot 25 minuten, tot het deeg goudbruin en knapperig is.
Eenmaal uit de oven kun je de peren bestrijken met een beetje warme abrikozenjam voor een glanzend resultaat.
Afwerking:
Besprenkel de taart vlak voor het serveren met de resterende karamel.
Garneer naar wens met amandelschaafsel of gehakte hazelnoten.
Serveerinstructies:
Serveer warm met een bolletje vanille-ijs of een beetje slagroom voor een nog lekkerder dessert.
Eet smakelijk! Deze taart combineert de knapperigheid van bladerdeeg, de zoetheid van peren en de rijkdom van karamel.
