Terwijl duizenden gelovigen naar de Sint-Pietersbasiliek stroomden om paus Franciscus de laatste eer te bewijzen, trok één detail ieders aandacht: een donkere vlek, duidelijk zichtbaar aan de linkerkant van zijn gezicht. Beelden van het tentoongestelde lichaam, wijdverspreid in de media, lieten niemand onverschillig. Al snel rezen er vragen: Was het een verwonding? Een mysterieus teken? Of gewoon een natuurverschijnsel dat verband houdt met de dood?
Een opvallend visueel fenomeen, maar niet zo zeldzaam
Dit type huidafwijking is, hoewel visueel opvallend, niet ongebruikelijk volgens forensisch pathologen. Verschillende specialisten hebben zich over de kwestie gebogen, met name in Italië, waar de media verschillende medische hypothesen hebben verspreid om de oorsprong van deze donkere vlek te verklaren.
Het antwoord is weliswaar technisch, maar uiteindelijk toch geruststellend: het zou noch een onverklaarbaar letsel noch een bovennatuurlijk fenomeen zijn, maar een veelvoorkomend post-mortemproces, vooral bij ouderen of mensen die verzwakt zijn door ziekte.
De meest waarschijnlijke medische hypothesen

Lijkenhypotase: het spel van de zwaartekracht
Na de dood stopt de bloedcirculatie volledig. Onder invloed van de zwaartekracht verzamelt het bloed zich in de onderste delen van het lichaam. Dit natuurlijke fenomeen, cadaverische hypostase genoemd , manifesteert zich als donkere vlekken die zichtbaar zijn onder de huid.
Als het hoofd van de paus een tijdje scheef bleef staan, zou er bloed in dat gebied kunnen hebben verzameld, waardoor dit zichtbare spoor ontstond. Het is vergelijkbaar met hoe stilstaande vloeistof in een bekken zich verzamelt in een hellende hoek.
Eerdere blauwe plek: een herinnering aan het leven
Het is ook mogelijk dat de vlek het gevolg was van een hematoom dat al vóór zijn dood aanwezig was. Paus Franciscus, verzwakt door ziekte, onderging meerdere ziekenhuisopnames en zijn lichaam was verzwakt. Lichte druk, langdurige druk of een val in het verleden kunnen bij ouderen blauwe plekken veroorzaken, vaak subtiel tijdens het leven, maar verergerd na de dood.
