1. Bereid de kersen voor: Doe de ontpitte kersen en 25 gram suiker in een pan. Verwarm ongeveer 5 minuten op laag vuur, tot de kersen zacht zijn. Haal van het vuur en laat afkoelen.
2. Meng de roomkaas: Meng in een grote kom de verse roomkaas met de resterende suiker (25 g) en de bloem. Meng goed tot een glad en homogeen mengsel.
3. Vorm de balletjes: Neem een kleine hoeveelheid roomkaasmengsel en druk het plat in je hand. Voeg een lepeltje gekookte kersen toe aan het midden en vouw het mengsel om de kersen heen om een balletje te vormen. Herhaal dit tot alle ingrediënten op zijn.
4. Koelen: Leg de balletjes op een bord en zet ze minimaal 30 minuten in de koelkast, zodat ze stevig worden.
5. Bereid de vanilleroom: klop de slagroom in een kom tot hij zachte pieken vormt. Voeg eventueel een beetje suiker en een druppeltje vanille-extract toe voor de smaak.
6. Om te serveren: Leg de roomkaasballetjes op een serveerschaal. Besprenkel ze met
