Ze moeten bevrucht zijn, dus afkomstig van een fokbedrijf met een haan. Ze moeten
recent zijn, idealiter minder dan 10 dagen oud.
Ze mogen niet gewassen of gebarsten zijn: hun dunne natuurlijke membraan fungeert als een barrière tegen infectie. Ze moeten
een uniforme grootte hebben om een gelijkmatige ontwikkeling te garanderen.
Het monitoren en handhaven van de incubatietijd:
Hier zijn enkele belangrijke stappen om uw kansen te optimaliseren:
Draai de eieren 3 tot 5 keer per dag om te voorkomen dat het embryo aan de schaal blijft plakken.
Controleer regelmatig de temperatuur en luchtvochtigheid.
Stop 3 dagen voor het uitkomen met draaien.
Open de broedmachine niet tijdens deze laatste fase: dit kan een plotselinge daling van de temperatuur of luchtvochtigheid veroorzaken.
Een handige tip: belicht de eieren (door er een lamp achter te plaatsen) rond de 7e en 14e dag om de ontwikkeling van het embryo te controleren.
De grote dag: het langverwachte uitkomen.
Het uitkomen kan lang duren. Maak je geen zorgen als een kuiken er een paar uur over doet om uit te komen. En bovenal, help hem niet om uit zijn ei te komen! Alle moeite is essentieel voor zijn gezondheid.
