Kun jij deze wiskundetest oplossen?

Soms is een simpele vergelijking al genoeg om ons terug naar school te brengen. Herinner je je die ietwat ingewikkelde huiswerkopdrachten nog waar we vroeger een grimas op trokken… of juist om moesten lachen, voor degenen onder ons die meer vertrouwd zijn met wiskunde? Tegenwoordig zijn dit soort uitdagingen een enorme comeback aan het maken op sociale media. En, heel simpel, ze zijn net zo populair geworden als de zondagse kruiswoordpuzzels!

Een uitdaging zonder rekenmachine: doe een beroep op je geheugen!

Hier is de oefening van vandaag: een ogenschijnlijk simpele vergelijking, maar eentje die je zonder je vertrouwde rekenmachine kunt oplossen. Het doel? Je hersenen trainen, net zoals toen je leerde over operationele prioriteiten.

Dit soort opgaven zijn niet alleen een leuke manier om de stof te herhalen, maar ook een  zeer effectieve manier  om het geheugen, de logica en de aandacht te stimuleren.

De vergelijking die meer dan één snelle geest gevangen houdt

Klaar? Hier is de vergelijking:
50 + 50 – 25 × 0 + 2 + 2 = ? 

Dus, wat heb je gekregen? Als je eerste reactie was om van links naar rechts te lezen en alles op te tellen… wacht eens even! Dit soort berekeningen volgen heel specifieke regels. En daar schuilt vaak de valkuil.

Het geheim: respecteer de volgorde van de handelingen

Hier komt de bekende prioriteitsregel van pas: in een vergelijking beginnen we altijd met de vermenigvuldigingen, voordat we beginnen met optellen en aftrekken.

Laten we onze vergelijking stap voor stap bekijken:

vervolg op de volgende pagina

zie vervolg op de volgende pagina