Bereiding Crêpebeslag:
Klop de eieren los in een grote kom met een snufje zout. Voeg geleidelijk de bloem toe en blijf roeren om klontjes te voorkomen. Roer langzaam de melk erdoor tot het beslag glad is. Roer de gesmolten boter erdoor. Het beslag moet vloeibaar zijn, maar niet waterig. Laat het beslag 15 tot 20 minuten rusten zodat de gluten kunnen ontspannen – dit maakt de crêpes malser.
De
pannenkoeken bakken: Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag of een pannenkoekenpan op middelhoog vuur. Vet de pan licht in met boter of olie. Doe een pollepel beslag in de pan en roer tot de bovenkant dun en gelijkmatig bedekt is. Bak 1 tot 2 minuten tot de onderkant goudbruin is. Draai de pannenkoeken om en bak de andere kant 30 tot 60 seconden. Leg de pannenkoeken op een bord. Herhaal dit met het resterende beslag tot je 6 tot 8 pannenkoeken hebt.
Om de champignonvulling te maken, verhit je
de plantaardige olie in een koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de gesnipperde ui toe en bak deze 4 tot 5 minuten tot hij glazig is. Voeg de champignons toe en bak nog 8 tot 10 minuten, tot ze hun vocht verliezen en bruin zijn. Breng op smaak met zout en peper. Haal van het vuur en roer de roomkaas erdoor terwijl het mengsel nog heet is, tot er een gladde, romige massa ontstaat.
Verwarm de oven voor op 190 °C. Vet een ovenschaal licht in met boter of olie.
Neem een crêpe en doe een paar eetlepels champignonvulling in het midden. Rol of vouw de crêpe op en leg hem met de naad naar beneden in de pan. Herhaal dit met de overige crêpes en vulling.
Bestrijk de bovenkant licht met gesmolten boter of bestrooi naar wens met geraspte kaas.
Bakken: Plaats
de pan in de voorverwarmde oven en bak 30 tot 35 minuten, tot de bovenkant goed warm is en lichtbruin. De randen kunnen licht knapperig worden, wat zorgt voor extra textuur en smaak.
Laat afkoelen en serveer
. Laat na het koken 5 tot 10 minuten staan. Serveer warm met een groene salade, kruidenyoghurt of lichte soep.
