Haar zoon zette haar uit huis… en toch verborg ze nog steeds 1,5 miljoen dollar.

Ze had het niet gedaan, omdat ze dacht dat familie belangrijker was.

Maar misschien was de familie niet altijd via bloedbanden met elkaar verbonden.

Ondertussen stond Brian thuis in de gang, terwijl Lisa door Facebook scrolde.

“Denk je dat het goed met haar gaat?” vroeg hij, terwijl er een zweem van schuldgevoel op zijn gezicht verscheen.

Lisa keek niet op. “Het gaat goed met haar. Ze wordt gevoed. Ze heeft een bed. We hadden ruimte nodig voor de kinderkamer, weet je nog?”

Brian knikte. “Ja… dat is gewoon…”

Hij hield op met praten.

Lisa draaide haar hoofd. “Wat?”

Brian zuchtte. “Wat als ze geld had? Ze was altijd voorzichtig met haar uitgaven. Wat als we haar te vroeg eruit hadden gegooid?”

Lisa grijnsde. “Alsjeblieft. Je moeder heeft nooit een cent gehad. Die vrouw heeft ons drie jaar lang haar telefoonrekening laten betalen.”

Toch begon er iets aan de manier waarop Margaret zich had teruggetrokken – trots, kalm, bedachtzaam – aan Brian te knagen. Twijfel was binnengeslopen.

En hij stond op het punt om volwassen te worden.

Margaret stond voor de bank, gekleed in haar best gestreken jas. In haar zak leek het kleine sleuteltje zwaarder dan het in jaren was geweest.

Het werd tijd 

In de stille kluis zette de bediende de kluis op tafel. Margaret opende hem langzaam, met een voorzichtig en weloverwogen gebaar. Binnenin: een stapel documenten, een klein notitieboekje en een fluwelen buidel vol oude gouden munten – onderdeel van Henry’s verzameling.

Ze ademde uit, een lange, ingehouden ademteug waarvan ze niet wist dat ze die had genomen. Decennialang was dit fortuin de stille getuige geweest van haar loyaliteit, haar geduld en uiteindelijk haar teleurstelling.

Maar nu zou ze het op haar eigen manier gebruiken.

Terug in het verpleeghuis merkte Isla een verandering bij Margaret op. Haar ogen straalden meer. Haar houding was rechter. Haar stem was krachtiger.

“Je bent iets van plan,” zei Isla opgewekt.

Margaret glimlachte. “Misschien wel.”

Later die week gaf Margaret Isla een verzegelde envelop.

“Mocht mij ooit iets overkomen, open dit dan.”

Isla knipperde met haar ogen. “Wat is er?”