“O, weet je, kinderen verzinnen altijd wel iets…”
Maar het kleine meisje, helemaal niet van plan om haar mond te houden, vervolgde:
“Nee, nee, het is waar! Ik heb door het sleutelgat gekeken! Je deed rare dingen. Het leek een beetje op jou en oom Jack laatst, mam, alleen lachte die dame veel meer.”
Papa, die een glas water dronk, hoestte het op.
“Pardon?! Oom Jack?!”
Mama bloosde hevig en haar handen trilden.
“Je moet het verkeerd begrepen hebben, lieverd.”
Maar het kleine meisje houdt vol, categorisch:
“Nee, het was precies hetzelfde! Behalve dat oom Jack gekke bekken trok als jij op het bed sprong! En jij, mam, zei altijd: “Oh Jack, wat ben je goed!””
Papa barst in een bittere lach uit, slaat zijn armen over elkaar en kijkt mama aan.
“En, mam? Wat is er met oom Jack?”
Moeder probeert in paniek de controle terug te krijgen:
“Ze heeft een overactieve fantasie, je weet hoe ze is…”
Maar het kleine meisje is nog niet klaar:
