Gevaccineerde eenden: de gevolgen voor uw gezondheid

Een Franse beslissing die vragen oproept

Hoe had een dergelijke maatregel in 2025 in Frankrijk kunnen worden geïmplementeerd? Dr. Sabatier wijst erop dat deze messenger RNA-injecties in feite gentherapie zijn, aangezien ze genetisch materiaal gebruiken. Normaal gesproken zou de marketing van dergelijke producten gepaard moeten gaan met een hele reeks tests: teratogeniteitstesten, biodistributiestudies, analyses van de molecuulproductie, enz. Deze tests werden echter niet uitgevoerd voor diervaccins of zelfs niet voor de messenger RNA-vaccins tegen COVID-19 die bedoeld zijn voor mensen.

Frankrijk is niet het enige land in deze situatie. Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft onlangs Kostaive goedgekeurd, een ander zelfversterkend mRNA-vaccin ontwikkeld door CSL en Arbutus Therapeutics, dat al in Japan wordt gebruikt. Dit vaccin is nu verkrijgbaar in Frankrijk.

De zorgwekkende persistentie van messenger-RNA in het lichaam

Recente wetenschappelijke gegevens tonen aan dat het messenger RNA en het spike-eiwit van het vaccin tot 709 dagen na injectie, oftewel bijna twee jaar, kunnen worden gedetecteerd. Massaspectrometrie maakt het mogelijk om dit spike-eiwit te onderscheiden van dat van het natuurlijke virus, omdat het licht gewijzigd is op twee aminozuren, op positie 986 en 987.

Deze persistentie suggereert twee mogelijkheden: ofwel blijft het boodschapper-RNA aanwezig in het organisme, ofwel heeft het een reverse transcriptie ondergaan en is het corresponderende DNA geïntegreerd in het menselijk genoom. Experimentele gegevens verkregen uit verschillende celtypen bevestigen deze mogelijkheid van integratie in het genoom. In dat geval zouden er na verloop van tijd tijdelijke reactivaties van de Spike-eiwitproductie kunnen optreden.

Dr. Sabatier oppert een andere hypothese: de bacteriofaagactiviteit van het SARS-CoV-2-virus, dat mogelijk bepaalde gramnegatieve bacteriën kan infecteren en zichzelf kan beschermen tegen het immuunsysteem. Dit zou de terugvallen kunnen verklaren die worden waargenomen bij patiënten met langdurige COVID, of deze nu het gevolg zijn van een natuurlijke infectie, vaccinatie of beide