Door te leren deze twee factoren, waarvan men denkt dat ze kanker veroorzaken, te manipuleren, kunnen we het kankerproces verminderen of omkeren. Houd er rekening mee dat pH een exponentieel getal is, beginnend bij 10; een klein pH-verschil vertaalt zich daarom in een groot verschil in het aantal OH-ionen. Met andere woorden: bloed met een pH van 7,45 bevat 64,9% meer zuurstof dan bloed met een pH van 7,3. Kanker heeft een zure/zuurstofarme omgeving nodig om te overleven en te groeien. Patiënten met terminale kanker hebben ongeveer 1000 keer zuurder bloed dan nodig is. Dit betekent een gevaarlijk kritisch zuurstofniveau op cellulair niveau. Bij afwezigheid van zuurstof fermenteert glucose en wordt het melkzuur. Dit verlaagt de pH van de cellen. De pH van de urine en het speeksel van patiënten met terminale kanker ligt vaak tussen 4,0 en 5,5. Wanneer kanker uitzaait, daalt de pH nog verder. Ons lichaam kan de ziekte niet bestrijden als de pH niet goed in balans is. Met andere woorden: het is “alkaliseren of sterven”.
