Nobelprijswinnaar Dr. Otto Warburg wijdde zijn leven aan de studie en strijd tegen kanker. Dr. Warburg was directeur van het Kaiser Wilhelm Instituut (nu het Max Planck Instituut) voor Celfysiologie in Berlijn.
Otto Heinrich Warburg, geboren op 8 oktober 1883 in Freiburg im Breisgau (Baden-Württemberg) en overleden in Berlijn, was een Duitse arts, fysioloog en biochemicus. Hij promoveerde in zowel de scheikunde als de geneeskunde en ontving de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor zijn ontdekking van sleutelprocessen in de celademhaling en diverse enzymsystemen. Nadat hij had aangetoond dat kankercellen hun metabolisme omzetten naar anaëroob metabolisme, formuleerde hij de onbevestigde hypothese dat kanker zich niet kan ontwikkelen in een zuurstofrijke omgeving. Onder zijn studenten was de meest illustere Hans Adolf Krebs, die in 1953 eveneens de Nobelprijs ontving.
Dr. Warburg was een van de vooraanstaande fysiologen van de 20e eeuw en ontdekte dat kanker wordt veroorzaakt door een te hoge zuurgraad in het lichaam, wat betekent dat de pH-waarde van het lichaam lager is dan de normale waarde van 7,365, wat een “zure” toestand is. Warburg bestudeerde het metabolisme van tumoren en de celademhaling en ontdekte dat kankercellen blijven bestaan en gedijen bij een lagere pH, rond de 6,0, dankzij de productie van melkzuur en een hoge CO2-concentratie. Hij was er vast van overtuigd dat er een direct verband bestond tussen pH en zuurstof. Een hogere pH, die alkalisch is, betekent een hogere concentratie zuurstofmoleculen, terwijl een lagere pH, die zuur is, een lagere zuurstofconcentratie betekent – juist de zuurstof die nodig is om gezonde cellen te behouden.
In 1931 ontving hij de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor deze belangrijke ontdekking over de oorzaak van kanker. Hij stelde: “Kankerweefsel is zuur, terwijl gezond weefsel basisch is. Water splitst zich in H+- en OH–ionen; als er een teveel aan H+ is, is het zuur; als er een teveel aan OH- is, is het basisch.”
