1. Ongebruikelijke zwakte in een arm of been
Je ondervindt problemen met:
Trappen beklimmen?
Een voorwerp langdurig vasthouden?
Schrijven of een overhemd dichtknopen?
Dit zou een van de eerste motorsignalen kunnen zijn.
2. Evenwichtsverlies en frequent vallen
Coördinatie wordt moeilijker, vooral op oneffen terrein.
Sommigen beschrijven een gevoel van “zwakke benen” of een onvaste gang.
3. Spierkrampen en spiertrekkingen
Fasciculaties zijn kleine, onwillekeurige spiercontracties die zichtbaar zijn onder de huid (vaak in de armen of kuiten).
Ze kunnen frequent voorkomen en hinderlijk zijn.
4. Spraakproblemen
Sommige patiënten merken een zwakkere stem, onduidelijke spraak of moeite met articuleren.
Dit is een typisch symptoom wanneer de aangedane spieren zich in het gezicht of de keel bevinden.
5. Verlies van handvaardigheid
U vindt het steeds moeilijker om:
Schrijven
Om specifieke objecten te grijpen
Typen op een toetsenbord
Dit kan duiden op een verslechtering van de hogere motorische neuronen.
6. Overmatige spiervermoeidheid
Abnormale, aanhoudende vermoeidheid, zelfs na minimale inspanning, is een veelvoorkomend symptoom.
7. Slikproblemen
Moeite met slikken, een gevoel van verstikking of voedsel dat vastzit in de keel kunnen al in een vroeg stadium voorkomen.
