De grootmoeder keek haar kleinzoon woedend aan en zei met ijzige stem:
“Ga. Verlaat mijn huis. Ik wil je hier nooit meer zien.”
De grootvader, verbijsterd, kwam tussenbeide:
“Wat doe je? Waarom doe je zo? Deze jongen is niet zomaar je kleinzoon… Hij is als een zoon voor je. Jij hebt hem opgevoed.”
Maar de oude vrouw bleef doof voor zijn woorden.
De buren, die getuige waren van het tafereel, waren verbijsterd. Deze vrouw, ooit zo vriendelijk en liefdevol, joeg het kind nu weg zonder de minste uitleg.
De jongen had geen andere keuze dan te vertrekken.
Onderweg kwam hij zijn beste vriend tegen en vertelde hem alles.
“Heb je tenminste je maandelijkse zakgeld gekregen?” vroeg de vriend.
“Nee… Mijn grootmoeder heeft me er met lege handen uit gegooid,” antwoordde de jongen, zijn stem brekend.
“Ik zou je graag helpen… maar ik kan niets doen,” zei zijn vriend voordat hij wegliep.
Toen ging hij naar het huis van een andere vriend.
Lees verder op de volgende pagina
