Om de citroensiroop te maken,
doe je het citroensap en het water (of bruisend water als je het wat kouder wilt) in een steelpan. Verwarm het mengsel op middelhoog vuur en voeg de gelatine toe. Roer goed tot de gelatine is opgelost. Laat het afkoelen.
Bereiding van het
mascarponemengsel: Klop in een grote kom de slagroom met de poedersuiker stijf. Meng in een andere kom de mascarpone met het citroensap, de citroenschil en de vanille. Spatel de twee mengsels voorzichtig door elkaar tot een glad en egaal geheel ontstaat.
Doop
de lange vingers in citroensiroop (laat ze niet te lang weken, anders worden ze papperig). Leg ze op de bodem van een ovenschaal of in individuele kommetjes. Verdeel vervolgens een beetje van het mascarponemengsel over de koekjes en strijk het gelijkmatig uit.
Herhaal de lagen
: week de koekjes in de crème en smeer er een laagje crème op. Voeg het mascarponemengsel toe en strijk het oppervlak glad. Je kunt het dessert ook garneren met citroenschil, muntblaadjes of fijngehakt fruit.
Laat
het dessert minimaal 4 uur, maar bij voorkeur een hele nacht, in de koelkast staan, zodat de lagen goed mengen en de smaak intenser wordt.
Serveer- en bewaarinstructies:
