Snijd de bananen:
Schil de bananen en snijd ze in dunne plakjes. Zorg ervoor dat ze even dik zijn, zodat ze gelijkmatig garen.
Meng de suiker en kaneel:
Meng in een kommetje 2 eetlepels suiker met de kaneel. Pas de hoeveelheid kaneel naar wens aan; ongeveer 1/2 theelepel geeft een lekkere, warme smaak.
3. Stel de twists samen:
Voeg het banaan-kaneel-suikermengsel toe:
Leg een paar bananenplakjes op elke reep bladerdeeg, iets overlappend. Strooi het kaneel-suikermengsel over de bananen.
Vouwen en draaien:
Vouw elke reep voorzichtig in de lengte dubbel om de bananen te bedekken en druk de randen lichtjes aan om ze te sluiten.
Draai de gevouwen reep meerdere keren om een spiraal of kronkel te maken.
4. Eigeel bestrijken en bakken:
Bereid het eibestrijken voor:
Breek het ei in een kommetje en klop het los met een vork. Bestrijk elke twist met een bakkwast lichtjes met eibestrijking. Dit geeft het deeg een mooie goudbruine kleur als het gebakken is.
Bakken:
Verwarm de oven voor op 200 °C (400 °F). Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de spiralen erop, met ruimte ertussen.
Bak 15 tot 20 minuten, of tot het deeg gerezen en goudbruin is.
5. Afwerking
