Alvleesklierkanker wordt onderverdeeld in de stadia één tot en met vier. De behandeling hangt af van het stadium waarin de ziekte zich bevindt, d.w.z. hoe ver gevorderd deze is. Andere factoren kunnen echter ook een rol spelen.
Stadia 1 tot en met 3: Alvleesklierkanker is soms te genezen
In stadium 1 tot en met 3 wordt meestal gekozen voor een curatieve therapeutische aanpak. Dit betekent dat er een behandelplan wordt gevolgd met als doel de kanker te genezen. Eerst wordt het door de tumor aangetaste deel van de alvleesklier geopereerd. Afhankelijk van de grootte van de tumor kan het ook nodig zijn om delen van de twaalfvingerige darm of de maag te verwijderen. Als de tumor volledig operatief kan worden verwijderd (een zogenaamde R0-resectie), wordt patiënten chemotherapie geadviseerd.
Chemotherapie alleen, dat wil zeggen behandeling zonder operatie, is niet geschikt voor curatieve behandeling van de tumor.
Palliatieve behandeling van pancreastumoren
Als alvleesklierkanker al is uitgezaaid, wat betekent dat de patiënt zich in stadium 4 bevindt, wordt gekozen voor een palliatief behandelplan. Dit betekent dat het doel van de behandeling niet langer is om de kanker te bestrijden, maar om het leven van de patiënt te verlengen met behoud van de hoogst mogelijke kwaliteit van leven.
Voor mensen die zeer oud en zwak zijn, of bij wie de kanker is teruggekeerd, kan palliatieve behandeling zelfs in de latere stadia van de ziekte nuttig zijn. Palliatieve behandeling van alvleesklierkanker omvat chemotherapie, radiotherapie (adjuvante behandeling) bij botmetastasen en verschillende methoden om pijn te verminderen (bijvoorbeeld met medicijnen) en de spijsvertering te verbeteren en te behouden.