Uit een onderzoek blijkt dat alle levende wezens een mysterieus licht uitstralen dat ophoudt te schijnen op het moment van de dood.

Het menselijk lichaam, net als dat van alle levende wezens, verbergt verschijnselen die onzichtbaar zijn voor het blote oog. Een wetenschappelijke ontdekking die momenteel veel aandacht trekt, is een extreem zwak licht, dat van nature door onze cellen wordt geproduceerd en dat verdwijnt op het exacte moment dat het leven ophoudt te bestaan.

Deze lichtemissie is niet zomaar een biologisch detail: ze weerspiegelt de diepgaande metabolische activiteit van organismen. Een studie gepubliceerd in  The Journal of Physical Chemistry Letters  toont overtuigend aan dat deze ultrazwakke luminescentie een directe indicator is van vitaliteit.

Een alomtegenwoordig maar onmerkbaar biologisch licht

Deze straling, ultrazwakke fotonenemissie (UWE) genoemd, komt overeen met een vorm van licht die spontaan door cellen wordt geproduceerd. In tegenstelling tot de bioluminescentie van vuurvliegjes of bepaalde algen, is deze niet afhankelijk van een spectaculaire chemische reactie. Het is subtiel, continu en universeel: het komt voor in planten, dieren, micro-organismen en mensen.

Onderzoekers hebben deze straling gemeten in een bereik van 200 tot 1000 nanometer, waaronder ultraviolet, zichtbaar licht en nabij-infrarood. De intensiteit, van 10 tot 1000 fotonen per vierkante centimeter per seconde, is veel te zwak om door het menselijk oog te worden waargenomen.

De voornaamste bron van dit licht ligt in reacties waarbij reactieve zuurstofsoorten betrokken zijn. Wanneer celmoleculen geëxciteerd of geoxideerd worden, kunnen ze een foton uitzenden. Dit licht is daarom nauw verbonden met de fundamentele levensprocessen.