3. Zet de waterkoker aan voordat u water toevoegt.
Sommige mensen hebben de gewoonte om eerst de waterkoker aan te zetten en hem daarna pas met water te vullen. Dit kan gevaarlijk zijn, want als de waterkoker aanstaat zonder water erin, kan hij oververhit raken en droogkoken veroorzaken. Om dit te voorkomen, vul de waterkoker altijd eerst met water, plaats hem dan op de basis, steek de stekker in het stopcontact en zet hem aan. Zorg er ook voor dat de basis van de waterkoker droog is voordat u de waterkoker erop zet, want eventueel water op de basis kan kortsluiting veroorzaken.
4. Giet al het water af nadat het gekookt is.
Na het koken van water is het gebruikelijk om het in een fles of thermoskan te gieten voor later gebruik. Je moet echter niet al het water uit de waterkoker gieten. Het is beter om een beetje water achter te laten. De reden hiervoor is dat, terwijl de waterkoker nog heet is en de bodem nog warm is, het uitgieten van al het water het verwarmingselement kan uitdrogen, wat de levensduur van de waterkoker kan verkorten.
5. De waterkoker niet vaak schoonmaken
Regelmatig schoonmaken van je waterkoker is cruciaal. Als je hem niet vaak schoonmaakt, kan er een laagje gele aanslag (kalk) aan de binnenkant ontstaan. Dit beïnvloedt niet alleen de smaak en kwaliteit van het water, maar kan ook schadelijk zijn voor je gezondheid. Gebruik azijn om de waterkoker schoon te maken, want dat helpt alkalische aanslag af te breken. Het zuur in de azijn neutraliseert de alkalische aanslag, waardoor de waterkoker schoner en veiliger wordt.
